Heb je een paar dagen voordat je ongesteld wordt last van eetbuien? Gromt je maag alweer maar een paar uurtjes na het eten? Voel je je bijna altijd hongerig en chagrijnig? Al deze symptomen kunnen worden verklaard door een verminderde insulinegevoeligheid vóór het begin van je menstruatie. In dit artikel onderzoeken we het verband tussen insulinespiegels en de menstruatiecyclus.
Als je ooit een menstruatie hebt gehad, weet je dat het veel symptomen met zich meebrengt. In tegenstelling tot de vrolijke vrouwen in witte broeken in reclames voor menstruatieproducten, ervaren veel mensen die menstrueren minder plezierige klachten. Van een opgeblazen gevoel, vermoeidheid en hersenmist tot hevige krampen en darmproblemen — menstruatie kan je gezondheid flink beïnvloeden. Pas recent zijn wetenschappers zich meer gaan verdiepen in de invloed van de menstruatiecyclus op de insulinegevoeligheid van vrouwen en de onderlinge samenhang.
Je alvleesklier maakt een hormoon aan dat insuline heet. Het zorgt ervoor dat glucose naar al je lichaamscellen wordt vervoerd om je energie te geven. Maar dit essentiële hormoon doet meer dan dat. Het regelt ook je hongergevoel, stofwisseling, bloedsuiker en zelfs de werking van je hersenen.
Insulinegevoeligheid verwijst naar hoe gevoelig de cellen in je lichaam zijn voor dit hormoon. Als je gevoeligheid hoog is, kan insuline glucose efficiënter verplaatsen en wordt het sneller en stabieler in energie omgezet. Wanneer je insulinegevoeligheid hoog is, voel je je verzadigd na het eten, heb je meer energie en mentale helderheid, en kun je langer zonder eten.
Bij een lage insulinegevoeligheid nemen cellen glucose niet goed op, waardoor er meer glucose in het bloed achterblijft. Dit kan uiteindelijk leiden tot insulineresistentie, waarbij het lichaam meer insuline moet produceren om hetzelfde effect op de bloedsuikerspiegel te bereiken.
Als je insulinegevoeligheid afneemt, voel je je misschien continu hongerig en verlang je naar zoet en calorierijk eten. Dit is het mechanisme van je lichaam om de ontbrekende energie aan te vullen. Je kunt je ook moe voelen en het idee hebben dat je niet helder kunt denken. De hersenen behoren tot de meest energieverslindende organen en hebben veel glucose nodig.
Doordat cellen glucose niet effectief opnemen, blijft je bloedsuiker verhoogd. Deze toestand, hyperglycemie genoemd, kan op de lange termijn veel gezondheidsproblemen veroorzaken. Onbehandeld kan dit leiden tot diabetes type 2.
Lang zijn de meeste onderzoeken naar insulineniveaus en reactie op prikkels uitgevoerd bij mannen, zoals bij veel menselijk onderzoek. Toen een nieuwe studie aantoonde dat de menstruatiecyclus ook invloed heeft op insulineniveaus, waren veel vrouwen niet verrast. Toch is deze kennis cruciaal om ons metabolisme te begrijpen en mensen met type 1 en type 2 diabetes te helpen hun aandoening goed te managen en gezond te blijven.
Het onderzoek analyseerde hoe de hersenen reageren op insuline en hoe die gevoeligheid tijdens de cyclus verandert. Uit het onderzoek bleek dat vrouwen in de folliculaire fase – vóór de eisprong – de grootste insulinegevoeligheid vertonen. Ze denken dat dit komt doordat de energiebehoefte van het opbouwende baarmoederslijmvlies groeit en het lichaam zich voorbereidt op de eisprong, gecoördineerd door de hersenen. Maar zodra de cyclus overgaat in de luteale fase, daalt de insulinegevoeligheid.
Het onderzoek concludeerde: “De perifere insulinegevoeligheid verandert tijdens de menstruatiecyclus, waarbij er relatief meer perifere insulineresistentie optreedt in de luteale fase vergeleken met de folliculaire fase. Onze resultaten suggereren dat veranderingen in de insulinegevoeligheid van de hersenen hieraan bijdragen. Het uitblijven van de invloed van insuline op de perifere insulinegevoeligheid in de luteale fase komt waarschijnlijk door relatieve hypothalamische insulineresistentie.”
Hoewel recente onderzoeken een belangrijke ontdekking hebben gedaan, zijn deze uitgevoerd onder een kleine groep, en zijn vrouwen met bestaande metabole aandoeningen zoals diabetes type 1 of 2 hierin niet meegenomen. Bovendien hangt je insulinegevoeligheid sterk samen met je levensstijl, genetica en gewoonten en verandert dit in de loop van de tijd. Je merkt misschien nauwelijks iets van deze subtiele veranderingen rond je cyclus. Toch kan het opmerken van schommelingen in je insulinespiegel je helpen je lichaam beter te leren kennen en je gezondheid te managen als je een metabole aandoening hebt.
Het is normaal dat insulinegevoeligheid schommelt tijdens je cyclus, maar ook bij gebeurtenissen in je leven. Chronische stress of stressvolle periodes kunnen de opname van glucose verminderen, omdat stresshormonen zoals cortisol en adrenaline de insulineproductie en -werking blokkeren. Toch betekent een tijdelijk verhoogde insulinespiegel nog niet dat je diabetes type 2 krijgt.
Heb je echter insulineresistentie en onderneem je geen actie, dan kunnen je risico’s op metabole ziekten stijgen.
Als je cellen geen glucose opnemen, circuleert er meer in je bloed, waardoor je bloedsuiker stijgt. Je pancreas maakt dan extra insuline aan. Na verloop van tijd raakt de alvleesklier uitgeput om aan die hogere vraag te voldoen.
De bètacellen, verantwoordelijk voor insulineproductie, raken uiteindelijk uitgeput door het vele werken. Een overbelaste alvleesklier kan dan niet genoeg insuline meer maken voor het lichaam.
Wanneer de combinatie van insulineresistentie en bètaceldisfunctie een bepaald punt bereikt, ontstaat diabetes type 2. Bij diabetes blijft je bloedsuiker structureel hoog. Onbehandelde diabetes veroorzaakt klachten zoals veel plassen, extreme dorst, vermoeidheid, wazig zien, hart- en vaatziekten en blijvende cellen- en zenuwschade.
Veel factoren zijn van invloed op je insulinegevoeligheid. Sommige mensen zijn genetisch gevoeliger voor insulineresistentie. Maar ook je voeding, beweging, levensstijl, ongezonde gewoonten en stress zijn bepalend voor de reactie van jouw lichaam op insuline.
Heb je diabetes type 1, 2 of een verhoogde kans daarop, dan kunnen veranderingen tijdens je cyclus het lastig maken je aandoening onder controle te houden. Ben je verder gezond en heb je geen verhoogd risico, dan zijn de schommelingen in je insulinegevoeligheid hoogstwaarschijnlijk niet gevaarlijk. Zo zorg je goed voor je lichaam en blijf je gezond.
Je voeding is cruciaal voor je metabolische gezondheid. Tegen het einde van je cyclus kun je meer hunkeren naar zoetigheid. Teveel suiker en calorierijk eten laten je bloedsuikers stijgen en werken insulinegevoeligheid tegen.
Probeer deze producten dus te beperken en combineer ze met andere voedingsmiddelen. Eet je bijvoorbeeld iets zoets, neem er dan iets vezelrijks of eiwitrijks bij. Deze voedingsstoffen vertragen de opname van glucose en zorgen voor een langer verzadigd gevoel, zonder suikerpieken en -dalen.
Tijdens de luteale fase hoef je niet minder te eten, maar is het juist belangrijk meer gebalanceerde maaltijden te nemen. Kies voor magere eiwitten, vezels en complexe koolhydraten (volkoren producten, groenten) die langzamer worden opgenomen. Zo krijgt je lichaam energie, maar wordt deze gelijkmatiger verbrand dan wanneer je overwegend snelle, bewerkte koolhydraten (zoals chocolade of pizza) eet.
Lichaamsbeweging en insulinegevoeligheid zijn sterk verweven. Onderzoek na onderzoek toont aan dat mensen die regelmatig bewegen een betere insulinegevoeligheid hebben en insulineresistentie vaak kunnen omkeren. Het mooie is: het maakt niet zoveel uit wát je doet, zolang je elke dag maar in beweging bent.
De beste resultaten worden gezien bij vrouwen die minstens 150-170 minuten per week aan matige inspanning doen, iets minder dan een halfuurtje per dag. Matig intensief betekent ongeveer 50-70% van je maximale hartslag. Is jouw maximum 190 slagen per minuut, streef dan naar 95-130 per minuut. Goede sporten voor je stofwisseling zijn krachttraining, wandelen, fietsen en balsporten als tennis, padel of basketbal.
Uit onderzoek blijkt dat wie minder dan 6 uur per nacht slaapt gedurende 6 weken, zijn insulineresistentie met 14,8% verhoogt. Slaap is ongelooflijk belangrijk voor al je lichamelijke én mentale processen. In je slaap vernieuwt je lichaam cellen en reguleert het processen zoals insulinespiegels en glucoseopname.
Streef altijd naar ten minste 7 uur goede nachtrust. Nog beter is 8 tot 9 uur slaap, afhankelijk van jouw gezondheidssituatie. Richting het einde van je menstruatiecyclus zal je lichaam juist meer rust nodig hebben, omdat je extra energie opslaat en voorbereidt op je menstruatie.
Zoals eerder genoemd, zorgt stress voor de aanmaak van adrenaline en cortisol. Deze hormonen verhogen insulineresistentie. Een korte stressreactie is helemaal normaal, maar het probleem ontstaat als de stresshormonen continu hoog zijn. Dan blijft ook je insulinespiegel verhoogd.
Langdurig stressmanagement is niet makkelijk. Vaak heb je daarvoor professionele ondersteuning en levensstijlveranderingen nodig. Wat je zelf kunt doen, is proberen te ontspannen voor het slapengaan. Sta je gespannen op het punt om te slapen, dan heeft dat invloed op je slaapkwaliteit en alles wat je de volgende dag doet. Probeer dus iedere avond te ontspannen: zet je telefoon op stil, vermijd spannende series of films, dim het licht en creëer een fijne, rustige sfeer. Zo kun je ’s nachts beter herstellen en kun je stress de volgende dag beter opvangen.
Endocriene aandoeningen zoals polycysteus ovariumsyndroom (PCOS) kunnen je insulineresistent maken. Vrouwen met PCOS hebben vaak een te hoge insulinespiegel, ook als hun bloedsuiker normaal is. Dit komt omdat hun cellen minder gevoelig zijn voor het hormoon.
Te veel insuline draagt bij aan PCOS-klachten als onregelmatige menstruatie, verminderde vruchtbaarheid en verhoogde aanmaak van androgeen hormonen (zoals testosteron). Omdat insulineresistentie een centrale rol speelt bij PCOS, lopen vrouwen met PCOS ook later meer risico op diabetes type 2.
Een bijkomend probleem is dat PCOS vaak onopgemerkt blijft. Vooroordelen in de medische wereld, uiteenlopende symptomen en gebrek aan duidelijke diagnostiek of behandelrichtlijnen leiden ertoe dat vrouwen vaak niet of pas laat de juiste diagnose krijgen. Vermoed je dat je PCOS hebt, laat dit dan medisch onderzoeken om klachten te managen en complicaties te voorkomen.
Vermoed je insulineresistentie te hebben of ervaar je gerelateerde klachten tijdens je menstruatie, neem dan contact op met je arts. Zij kunnen jouw persoonlijke risico's beoordelen, uitgebreider onderzoek doen en samen met jou een plan maken om insulineresistentie te managen. Gezonde volwassenen doen er goed aan jaarlijks hun bloed te laten testen. Laat dan altijd je bloedsuikerwaarde meten.
Vrouwen worden in de medische wereld nog steeds vaker niet of verkeerd gediagnosticeerd. Het is daarom belangrijk je lichaam te leren kennen en voor jezelf op te komen. We hopen dat dit artikel je meer inzicht heeft gegeven in hoe je lichaam verandert tijdens de menstruatiecyclus, op welke symptomen je moet letten en hoe je je insulinespiegel kunt managen om gezond te blijven.
Download WomanLog nu: